Zo zeker en eenvoudig is het baksteensysteem

1. Allereerst wordt een aluminium beginprofiel aangebracht. Voor het systeem is geen fundering nodig. Een tijdrovende en zodoende kostbare onderconstructie met eindwerkzaamheden is daardoor niet nodig.

2. Individuele insnedes aan plaat- en hoekelementen ter afwerking van het metselwerkverband of aan verbindingsgebieden, zoals boeiplank, dakrand, afdak enz. worden droog, door middel van een haakse slijper met diamantschijf, uitgevoerd. De insnede dient zo uitgevoerd te worden, dat de stootvoeg niet minder dan 5,5 cm verspringt, cq men dient kruisvoegen te vermijden. Door de daarbij ingekorte steenstrip te verwijderen en vervolgens een verbindingsstrip aan te brengen, behoudt het verbindingsverbied een gelijkmatig voegbeeld.

3. De Böger-Systemklinker®-platen, alsook de op het object toegesneden hoekpanelen en lateien worden rechtstreeks aangebracht en bevestigd.

4. Nadat de hoek van het huis is uitgericht, wordt deze met 4-6 bij het systeem behorende framepluggen bevestigd.

5. De bevestiging van de platen vindt plaats met ca. 8 schroeven en doorsteekpluggen in de daarvoor voorziene voorgevormde bevestigingshulzen, die een voortdurende verankering van de elementen, zonder drukbelasting op de warmteisolatie, mogelijk maken. Ook bij muren die in kritieke staat zijn, is het aanbrengen daardoor zeker en duurzaam.
Vanwege de stabiliteit van het gehele systeem zijn schroefverbindingen ook op elke andere plaats in het voegwerk mogelijk.

6. De voorgefabriceerde voeg zorgt er aan kopse kant en lange zijde voor, dat door het gelijkmatig inschuimen met PUR-systeemschuim aan alle aansluitingsplaatsen, overgangen en oneffenheden, er een thermisch spanningsvrij en homogeen vlak ontstaat.

7. Tenslotte wordt per hand ingevoegd met voegspecie.